Nu we dingen met elkaar kunnen vergelijken is het tijd om beslissingen te nemen.

Neem beslissingen

In het palet Besturen kan je onderstaande blokken terugvinden:

Blok Uitleg
if <(Huis) \> (Auto)>; say {"Mijn huis is groter dan mijn auto!"} Test eerst of de waarde van de variabele "Huis" groter is dan de waarde van de variabele "Auto". Als "Huis" groter is dan "Auto" wordt dat ook gezegd, anders wordt er niets gedaan.
if <(Huis) \> (Auto)>; say {"Mijn huis is groter dan mijn auto!"} else say {"Ik heb een erg grote auto!!"} Test eerst of de waarde van de variabele "Huis" groter is dan waarde van de variabele "Auto". Als "Huis" groter is dan "Auto" wordt dat ook gezegd, anders zal er gezegd worden dat we een erg grote auto hebben.

Deze blokken zijn heel erg nuttig. Ze zorgen ervoor dat we gemakkelijker gepast kunnen reageren. Maar ze kunnen er ook voor zorgen dat sprites verschillende keuzes kunnen maken. Laten we meteen naar een voorbeeld kijken.

Een klein voorbeeldje

when greenflag clicked ask {"Geef een getal"} and wait; set [getal1] to (answer); ask {"Geef nog een getal"} and wait; set [getal2] to (answer); if <(getal1) \> (getal2)> say {(join {(getal1)} {(join {" is groter dan "} {(getal2)})})} for {1} seconds; else say {(join {(getal1)} {(join {" is NIET groter dan "} {(getal2)})})} for {1} seconds;

In dit voorbeeldje vragen we eerst twee getallen. Daarna testen we of het eerste getal groter is dan het tweede getal. Afhankelijk van deze test schrijven we een gepaste boodschap.

En nu aan de slag

  1. Maak het voorbeeld eens na in Scratch.
  2. Pas het voorbeeld aan op de volgende manier:
    1. Gebruik een andere test. In plaats van “groter dan” kan je misschien iets anders proberen. (Bijvoorbeeld kleiner dan.)
    2. Het zou ook kunnen dat de twee ingegeven getallen gelijk zijn. Laten we nog een extra test toevoegen om hiermee rekening te houden!
      1. Eerst test je of getal1 groter is dan getal2. Als dat waar is, dan zeg je dat getal1 groter is dan getal2.
      2. Als getal1 niet groter is dan getal2, dan ga je testen of getal1 gelijk is aan getal2.
      3. Als deze tweede test waar is, schrijf je dat getal1 gelijk is aan getal2.
      4. Als ook de tweede test niet waar is, dan weet je dat getal1 kleiner is dan getal2 en dan schrijf je dat.
  3. Een simpele quiz
    1. Gebruik Ruby voor deze oefening.
    2. Laat Ruby aan jou vragen hoeveel 7 * 7 is.
    3. Geef het antwoord met behulp van het “antwoord” blokje.
    4. Laat Ruby beslissen of het antwoord juist is of niet en schrijf een gepaste boodschap.
    5. Bedenk nog een paar vragen die Ruby kan stellen en antwoord zowel goed als fout.

Op naar het laatste deel van dit hoofdstuk!